Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij hebben gebouwd de hoogten van [53]Tofeth, dat in het dal des [54]zoons van Hinnom is, om hun zonen en hun dochteren met vuur te verbranden; hetwelk Ik niet heb [55]geboden, noch in Mijn [56]hart is opgekomen. 53. Zie van dezen gruwel 2 Kon.23:10. 54. 2 Kon.23:10 genoemd het dal der kinderen [Hebreeuws zonen] van Hinnom. Zie aldaar, en onder hfdst.32 vs.35. 55. Maar wel scherpelijk verboden en verfoeid. Zie Lev.18:21. 56. Of, op, over mijn hart opgeklommen; menselijk van God gesproken, gelijk wij zeggen: Het is mij nooit in den zin gekomen, het is niet eens in mijn hart opgekomen, in mijne gedachten opgeklommen; versta, dat Ik hun zulke gruwelen zou gebieden, of dezelve mij laten gevallen; vergelijk boven hfdst.3 vs.16, en onder hfdst.19 vs.5, en hfdst.32 vs.35, en hfdst.51 vs.50; idem Ezech.11:5, en Ezech.14:4, en Ezech.20:32, en Ezech.38:10; Luk.24:38. Dezelfde manier van spreken wordt wat anders gebruikt onder hfdst.44 vs.21, voor ter harte nemen, of iets dat in het hart opkomt om daarop te letten en dat te straffen.